ADC zoekt naar aanleiding van VWA-rapport over dierproeven 2008 meer antwoorden over experimenten en gebruikte proefdieren

Minder dierproeven, groter fokoverschot in 2008

Toename aantal honden en katten als proefdier

28-10-2009 St. Anti Dierproeven Coalitie


De Anti Dierproeven Coalitie (ADC) reageert met gemengde gevoelens op het gisteren verschenen jaarverslag van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) over proefdieren en dierproeven, Zo Doende 2008.

"In het licht van Europese wetgeving zoals REACH, die wereldwijd aan miljoenen dieren extra het leven zal kosten, lijken de cijfers voor Nederland vooralsnog mee te vallen. Op het eerst gezicht is de daling van het aantal dierproeven een goede zaak, maar wie verder kijkt ziet dat het totaal aantal dieren dat in Nederland wordt ‘opgeofferd’ door de dierproefsector juist in de lift zit. Een absolute schande.”

Door een enorme stijging van het aantal dieren dat werd gedood vanuit een ‘fokoverschot’ staat het totaal aantal slachtoffers van de dierproefindustrie in 2008 wederom dik boven de één miljoen (!) dieren. Dit is absoluut onacceptabel gezien de enorme hoeveelheid overbodige dierproeven in nieuwsgierigheidsonderzoeken en het feit dat proefdieren in andere testen prima vervangen kunnen worden door mensspecifieke, dierproefvrije technieken.

Veel statistieken lijken op z’n minst gezegd dubieus en dat is niet zo vreemd aangezien we –als Nederlandse bevolking- moeten vertrouwen op de gegevens die aangeleverd zijn door de vergunninghouders (lees: de dierproefnemers zelf). Sommige cijfers lijken meer de mening van dierproefnemers weer te geven dan een kritische objectieve weergave van de werkelijkheid. Zo moeten we bijvoorbeeld geloven dat er in 2008 geen onverdoofde proeven gedaan zijn op honden, waarbij hier vanuit het oogpunt van de honden wel een aanleiding voor bestond. Dit terwijl honden wederom veel gebruikt werden in giftigheidsproeven. Bij dit type onderzoek wordt vrijwel nooit anesthesie gebruikt. Niet omdat er geen aanleiding toe bestaat, maar omdat het testresultaten kan vertroebelen en daarmee ‘in strijd met de proef is’. Kennelijk bepalen dierproefnemers gewoon zelf wel of er een aanleiding is voor verdoving en wordt hier verder niet of nauwelijks kritisch naar gekeken. Dit pleit eens te meer voor meer openheid en transparantie.
Enkele feiten op een rijtje:
In 2008 zijn 578.123 dierproeven verricht, een lichte daling (-3,3%) ten opzichte van 2007. Daar tegenover staat een aanzienlijke toename (+14%) van het aantal ongewenste dieren uit de speciale fokprogramma’s voor dierproeven. Het gaat om maar liefst 455.884 dieren die letterlijk geboren werden om te sterven. Een schandelijke verspilling van levens!

Meer nieuwsgierigheidsonderzoek
Een zorgwekkende tendens is de verdere verschuiving van toegepast onderzoek naar nieuwsgierigheidsonderzoek. Zo werd in 2008 van ruim de helft (52,3%) van alle dierproeven niet verwacht (laat staan geëist) dat deze een concreet nut of toepassing zouden opleveren. Ook het aantal dierexperimenten voor onderwijsdoeleinden is met ruim 17% schrikbarend gestegen tot 21.010. In ruim 3.200 gevallen ging het daarbij bovendien om dieren die matig tot ernstig leed ondergingen. Een daling vond plaats in medisch onderzoek en bij giftigheidsproeven.

Meer honden en katten
Sommige diersoorten zijn in 2008 minder gebruikt dan het jaar ervoor en anderen juist vaker. Het gebruik van ratten en kippen is aanzienlijk gedaald. Goed nieuws zo lijkt het. Het slechte nieuws voor deze dieren is dat het rapport suggereert dat het hier grotendeels gaat om een verplaatsing naar het buitenland. Het aantal vogels (anders dan kippen), varkens en muizen is juist enorm gestegen. Dit geldt in mindere mate voor konijnen, cavia’s, hamsters en andere knaagdieren. Ook is er een toename van het aantal honden en katten als proefdier; stijgingen van respectievelijk 6% en 18%.

Nauwelijks ethische toetsing
Eens te meer blijkt uit het jaarverslag van de Voedsel en Waren Autoriteit dat de zogenaamde Dier Experimenten Commissies (DEC’s) volgens de ADC een doorgestoken kaart zijn. Te lezen valt dat qua ledensamenstelling in DEC’s gemiddeld genomen niet alleen dierproefnemers in de meerderheid waren, maar daarnaast ook medewerkers van de aanvraaginstelling een meerderheid vormden. Dit is ook te zien in het aantal afgekeurde aanvragen; slechts 3 van de 4.491 ingediende aanvragen voor een proefdierexperiment werden afgekeurd.

Mate van lijden
Opvallend in de cijfers over 2008 is ook de toename van het aantal dieren die vallen in de drie categorieën waar het meest geleden is onder de experimenten. Het gaat om dieren die respectievelijk ‘matig tot ernstig’, ‘ernstig’ en ‘zeer ernstig’ ongerief (pijn, angst, stress en ander leed) moesten ondergaan. Dit is volkomen onacceptabel en ook hierover zal de ADC opheldering gaan vragen.

3V’s
Concluderend kan gezegd worden dat de overheid en de dierproefsector hun gezamenlijk opgesteld beleid van de 3V’s (vermindering, vervanging en verfijning van dierproeven) wederom niet fatsoenlijk hebben nageleefd.

De Anti Dierproeven Coalitie heeft enige tijd geleden al een reeks schriftelijke vragen gesteld aan de Voedsel en Waren Autoriteit inzake dierproeven en het fokken van proefdieren. Vooralsnog hebben wij hier geen antwoord op gekregen. Uit naam van de dieren en vele bezorgde burgers hebben wij recht op deze antwoorden. Ook naar aanleiding van dit jaarverslag zullen we opnieuw vragen gaan stellen.

(Bron: http://www.stopdierproeven.org/)
(Bron foto's: archief Kraaijer)